Onderzoekers van Wageningen University & Research ontwikkelden een nieuw programma voor mensen met diabetes type 2 dat rekening houdt met het dagelijks leven. Het programma SALUD geeft mensen met diabetes type 2 meer grip op hun gezondheid.
In Nederland hebben zo’n 1,1 miljoen mensen diabetes type 2. Daar komen steeds meer mensen bij. Met gezonde voeding kan men de ziekte onder controle houden, maar een streng dieet volhouden vinden veel mensen lastig. Daarom ontwikkelde Kristel Polhuis, onderzoeker Gezondheid en Maatschappij bij WUR, een leefstijlprogramma dat rekening houdt met het dagelijks leven, en daardoor te combineren is met bijvoorbeeld een druk gezin of een baan.
De meeste leefstijlprogramma’s, ook voor andere ziekten dan diabetes, hebben volgens Polhuis nauwelijks aandacht voor het dagelijks leven waarbinnen mensen een gezonde levensstijl moeten organiseren. “Dat vormt vaak een barrière voor gezond eten en goed voor jezelf kunnen zorgen.” Ze ontwikkelde het programma SALUD samen met mensen met diabetes, huisartsen, diëtisten en praktijkondersteuners. SALUD laat mensen eigen doelen formuleren en daagt uit om kleine stapjes te nemen, die haalbaar zijn in combinatie met hun dagelijks leven. Een leefstijlcoach begeleidt het programma, dat bestaat uit twaalf wekelijkse online bijeenkomsten. Hier wisselen de deelnemers ook ervaringen uit, wat leidt tot aanmoediging en meer zelfvertrouwen.
Meer veerkracht
Polhuis onderzocht de effecten van SALUD op het eetgedrag en de gezondheid van deelnemers. Daaruit blijkt dat het programma groot effect heeft op de veerkracht van mensen. Ze ervaren sociale steun van lotgenoten en mensen in hun directe omgeving. Ook werd er een verbetering gezien in gewicht en voedingsinname.
Gezondheidsmodel
Voor het ontwikkelen van SALUD is het salutogene gezondheidsmodel gebruikt. Daarbij kwamen drie belangrijke kenmerken naar voren: het programma moet een holistische gezondheidsbenadering hebben, deelnemers moeten actief betrokken zijn bij het ontwikkelen ervan en het programma heeft als doel om een actief leerproces bij de deelnemers te stimuleren. Polhuis: “Het meest belangrijk is dat het programma aansluit bij het dagelijks leven, dat de verandering als zinvol wordt ervaren en blijven is.”
Bron: WUR