Het is lunchtijd en Luc van Loon (43), hoogleraar op het gebied van de fysiologie van inspanning met bijzondere aandacht voor de rol van voeding, zit nog in een onverlichte werkkamer op de universiteit van Maastricht. Zo werkt hij wel vaker, maar voor het interview mag ik het licht aandoen. Terwijl hij koffie gaat halen, kan er een telefoontje komen. Of ik even op wil nemen als hij nog weg is, want ik ken de persoon die belt ook. Van Loon houdt wel van een grapje, is ongedwongen, niet van het te strakke protocol, behalve op het terrein van zijn onderzoeken, waarover hij serieus is.