BLOG | Ik neem jullie mee naar nachtelijk Amsterdam. Na een avondje stappen namen we, allemaal een beetje aangeschoten, een taxi. De chauffeur was niet echt een voorbeeld van voorzichtig rijden. Zelfs in onze licht beschonken toestand viel zijn rijstijl ons op. “Waarom rijd je hier eigenlijk?, vroegen we, wijzend naar het bord met ‘verboden voor auto’s’. Zijn antwoord was even simpel als verrassend: “Kijk goed, wijfie, dat bord is voor zwarte auto’s. En ik heb een grijze auto.” Deze taxirit doet me denken aan de wereld van wetgeving rondom communicatie over supplementen. Net als taxichauffeurs, gaan aanbieders van supplementen verschillend om met de regels.
Hoe zit het ook alweer met die wetgeving rond supplementen? Ik fris het voor jullie op. Centraal staat de EG Claimsverordening Nr. 1924/2006, vaak kortweg de claimsverordening genoemd. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid, de EFSA, heeft een grondige beoordeling gedaan van alle claims die betrekking hebben op de gezondheidseffecten van verschillende voedingsstoffen. Na deze beoordeling zijn alleen de goedgekeurde claims toegestaan voor gebruik. Dit betekent in de praktijk dat je bijvoorbeeld wel mag claimen dat vitamine A goed is voor het gezichtsvermogen, maar je mag niet zomaar zeggen dat vitamine A beschermt tegen nachtblindheid.
Bij kruidensupplementen, ook wel bekend als botanicals, lag de zaak wat ingewikkelder voor de EFSA. De complexiteit van deze producten maakte het moeilijker om snel en resoluut te handelen. Daarom staan deze claims ‘on hold’ en mag je deze claims alleen gebruiken als je vermeldt dat deze in afwachting is van Europese goedkeuring. Naast de claimsverordeing is er ook de CAG, de Code Aanprijzing Gezondheidsproducten. Daarin staan veel aanvullende regels, bijvoorbeeld dat je niet mag spreken over tekorten en dat je altijd moet aangeven dat voeding de basis is en een supplement voeding nooit kan vervangen.
Mijn opdrachtgevers vragen vaak of ze zich écht aan de wetgeving moeten houden, vooral als ze zien dat concurrenten dat niet doen. Mijn antwoord is altijd hetzelfde: ja, het is cruciaal. Ik ben een groot voorstander van een ‘level playing field’, waarbij dezelfde regels voor iedereen gelden. Dit zorgt voor eerlijke concurrentie en maakt het mogelijk om anderen verantwoordelijk te houden als ze zich niet aan de regels houden.
Net zoals in het verkeer, waar je soms een boete krijgt, gebeurt dit ook in de supplementen- en voedingsbranche. Laatst nog keek de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) naar eiwitrijke producten en ontdekte dat veel van deze producten niet de juiste informatie gaven. Bijna de helft van deze producten voldeed niet aan de wetgeving. De NVWA moest waarschuwingen geven en boetes opleggen. Ook moesten bedrijven hun verpakkingen en websites aanpassen.
Het valt mij op dat bedrijven vaak niet goed weten wat de regels precies zijn, of ze zoeken het grijze gebied op of gaan eroverheen. Net als de taxichauffeur in Amsterdam. Hij volgde de regels niet, maar het leverde wel een hilarisch moment én een mooi verhaal op.
Suzan Tuinier is voedingsdeskundige en eigenaar van communicatiebureau Nutrimedia