Foto's: Herbert Wiggerman
Hoe komt het dat Johan Cruijff er in zijn glorietijd veel minder gespierd uitzag dan een profvoetballer vandaag de dag? Niet alleen krachttraining, ook voeding, speelt hierbij een rol. Maar wat is precies het effect? “Begrijpen hoe voeding werkt, dat is wat mij drijft”, zegt Marco Mensink, universitair docent aan de Wageningen University & Research.
Wat doet voeding en inspanning bij sporters? Dat onderzoekt en doceert Marco Mensink sinds 2008 binnen de vakgroep Human Nutrition & Health, leerstoelgroep Nutritional Biology, in Wageningen. “De combinatie sport en geneeskunde leek me ook zeer interessant maar na een jaar als arts in het ziekenhuis te hebben gewerkt, ben ik vlug naar de wetenschap gegaan. Vooral uit nieuwsgierigheid, dat is wat mij als onderzoeker drijft.”
Overigens brengen de resultaten van zijn huidige onderzoeken hem toch ook weer in het ziekenhuis, Gelderse Vallei in Ede in dit geval. Er loopt een nauwe samenwerking tussen de Wageningse Universiteit, (top) sportcentrum Papendal, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en het ziekenhuis in Ede (Sports Valley) over het verbeteren van de conditie bij ouderen en (IC) patiënten. Deze mensen krijgen op basis van de resultaten uit de sport- en voedingsonderzoeken, adviezen om met behulp van bepaalde inname en beweging, sterker te worden voordat ze een operatie ondergaan, zodat ze deze beter aankunnen en/of er fitter uitkomen.
Eat2Move
Veel van dat onderzoek komt vanuit het samenwerkingsverband Eat2Move, dé innovatie-hub voor voeding en bewegen. Bij Eat2move zorgt Mensink als themacoördinator voor de aansturing van twee promotieonderzoeken waarin de rol van micronutriënten status en de timing van voeding bij sporters centraal staat.
In dat laatste onderzoek werd ook specifiek naar het effect van extra eiwitinname bij duursport gekeken, want tot nu toe werd dat voornamelijk met krachtsport geassocieerd. “We wisten natuurlijk al dat eiwit een belangrijke bouwstof is voor krachttraining maar of het ook werkt voor duursporters, dat hebben we twaalf weken lang onderzocht bij een groep van 44 sporters. Zij kwamen daarvoor drie keer per week, ter plekke hier op de universiteit, een duurtraining doen op de hometrainer. De helft van de groep kreeg in die periode extra eiwitsupplementen en de andere helft niet. De uitkomst na drie maanden laat zien dat dus ook duursporters, waaronder ik niet alleen hardlopers en wielrenners reken, maar ook tennissers en voetballers, baat hebben bij extra eiwitinname. De eiwitsuppletie leidt tot grotere winst in maximale zuurstofopnamecapaciteit en het stimuleert de aanwas van vetvrije massa tijdens langdurige training”, zegt Mensink. (zie figuur hieronder uit studie Knuiman/ Mensink 2019, WUR.)
Wat doet voeding met sporters?
Een cross-over-interventie van twee weken met een koolhydraatarm, vetrijk dieet in vergelijking met een koolhydraatrijk dieet, leidde tot een hogere inspanning geïnduceerde cortisolrespons, en een verlaagde inspanningstolerantie bij recreatieve sporters. Sporters volgen diëten met weinig koolhydraten en veel vet (LCHF), maar er blijven vragen bestaan over de effecten van LCHF op de metabole aanpassing, de door inspanning veroorzaakte stress, de immuunfunctie en hoe dat verloopt over tijd. In deze cross-over studie volgden veertien recreatief actieve mannelijke atleten (32,9 ± 8,2 jaar, VO2max 57,3 ± 5,8 ml/kg/min) een twee weken durend LCHF-dieet (50 En% CHO), in willekeurige volgorde, met een wash-out periode van >2 weken ertussen. Na twee dagen en twee weken op beide diëten, deden de deelnemers 90 minuten sub-maximale inspanning op een fietsergometer (60% Wmax). Bloedmonsters voor analyse van cortisol, vrije vetzuren (FFA), glucose en ketonen en speekselmonsters voor immunoglobine A (s-IgA) werden op verschillende tijdstippen voor en na inspanning verzameld. Het LCHF-dieet resulteerde in hogere FFA, hogere ketonen en lagere glucosespiegels in vergelijking met het HC-dieet (p < 0,05), de metabole aanpassing die verwacht werd. Door inspanning geïnduceerde cortisolrespons was hoger na 2 dagen op het LCHF-dieet (822 ± 215 nmol/L) vergeleken met 2 weken op het LCHF-dieet (669 ± 243 nmol/L, p = 0,004) en zeker vergeleken met beide testdagen na het HC-dieet (609 ± 208 en 555 ± 173 nmol/L, beide p < 0,001). Een indicatie van meer stress. De inspanningstolerantie was bij beide gelegenheden lager en de ervaren vermoeidheid en hartslag tijdens inspanning hoger bij het LCHF-dieet dan bij het HC-dieet. Het kostte de atleten dus meer moeite om dezelfde inspanning uit te voeren. Een daling van s-IgA na inspanning werd niet gezien na 2 dagen op het LCHF-dieet, in tegenstelling tot op het HC-dieet. Concluderend leidde het LCHF-dieet al na 2 dagen tot de verwachte metabole aanpassingen, maar was het ook geassocieerd met een verminderde inspanningstolerantie en een verhoogde door inspanning geïnduceerde cortisolrespons. Hoewel er aanwijzingen voor aanpassing werden gezien na 2 weken op het LCHF-dieet, was de inspanningstolerantie nog steeds lager.
Extra eiwitten
Zelf is Marco in zijn vrije tijd ook een duursporter. Als lange afstandsloper liep hij regelmatig wedstrijden maar door blessures loopt hij inmiddels geen wedstrijden meer. Tegenwoordig stapt hij liever een paar keer per week op een racefiets om daarmee telkens een route van zo’n 40 tot 100 kilometer af te leggen. Dus wederom een duursport, maar nu een die minder belastend is voor het lichaam en met een groter bereik. “Dan kom je nog eens ergens.” Extra eiwitten gebruikt hij daarvoor niet. “Ik eet gewoon gezond. Dat is voor mijn doel voldoende. De meeste Nederlanders eten eigenlijk sowieso voldoende eiwitten per dag. Ze doen dat alleen vaak scheef verdeeld over de dag, dat is jammer. De meeste mensen krijgen een grote hoeveelheid eiwitten binnen bij het avondeten, terwijl je dat beter over drie maaltijden per dag kunt verdelen. Zeker als het gaat om sporters, want dan stimuleer je elke keer de spiermassa om zich aan te passen.”
Daarnaast onderzocht hij onder meer het belang van koolhydraten bij sporters. Iets waarover in de sportwereld en daarbuiten momenteel volop discussie wordt gevoerd. “Duursporters zouden bijvoorbeeld baat hebben bij een koolhydraatbeperking en een hoog vetgehalte. Als je het puur over duursporten hebt, is vet een brandstof waar je langer op kunt teren. Dus het zou inderdaad een voordeel kunnen zijn als je goed in staat bent vet te verbranden. Maar anderzijds zijn koolhydraten cruciaal voor intensieve inspanning. We hebben bekeken wat er gebeurt als je zonder ontbijt of met weinig koolhydraten gaat trainen. In theorie zou het een voordeel kunnen zijn als je langer kunt doen met je koolhydraten door een betere vetverbranding, maar het is vrij lastig aan te tonen of dit inderdaad tot een betere prestatie leidt. Anderzijds kan het bij zwaardere inspanning ook averechts werken door meer stress als gevolg van juist te weinig koolhydraten.”
“Ik heb een tijd gehad dat mijn belangrijkste onderzoeken met name gingen over voeding, sport en presteren. Maar ook het toepassen en begrijpen van principes vanuit sport en voeding naar andere groepen, zoals ouderen en (IC) patiënten boeit me momenteel. Wat gebeurt er in het lichaam? Hoe kan ik dat uitleggen? Dat wil ik begrijpen. Zo ben ik samen met Hans Zwerver, binnen Eat2move, ook bezig met onderzoek naar preventie en behandeling van peesblessures door middel van voeding en beweging. In een van de onderzoeken wordt nu extra collageen aangebracht als supplement bij herstel bij een deel van de deelnemers. Het andere deel krijgt een placebo. Dit onderzoek loopt nog tot 1 april 2024. Peesblessures komen veel voor en vooral bij jonge mensen. De impact van zo’n blessure is vaak groot. Er is nog geen behandeling waarvan bewezen is dat die bij elke peesblessure goed werkt. Daarom is het belangrijk om onderzoek te blijven doen.”
Online cursus
Verder deel ik graag mijn kennis via onderwijs aan de WUR maar ook naar een breder publiek. Zo hebben we in 2018 een MOOC (massive open online course) ‘Nutrition, Exercise and Sports’ gemaakt met als doel de geïnteresseerde leek meer te leren over de principes van Nutrition and Sports. Deze loopt erg goed en behoort tot de ‘best online course of all time’ volgens class central. Daar hebben we inmiddels met ZGV en de NTFU ook een NL-talige verkorte versie van gemaakt voor professionals in de sport. “Lesgeven vind ik steeds leuker worden en het is een belangrijk onderdeel van wat ik doe. Mensen enthousiast maken voor het waarom van dit soort dingen. Het is goed om te merken dat het bovendien steeds populairder wordt. Het aantal studenten groeit al jaren op rij. Ze moeten zich wel realiseren dat we geen diëtiekopleiding zijn. Je leert hier met name wat er gebeurt tijdens inspanning en hoe voeding daar een rol in speelt. Maar wat er precies op het bord moet liggen, dat is typisch het vakgebied van een diëtist.’
Meer weten?
Kijk voor recente onderzoeken/referenties:
https://www.eat2move.nl/ projecten/sprint/preventie-en-behandeling-van-peesblessures-door-middel-van-voeding-enbeweging/
https://www.wur.nl/nl/show/nutrition-exercise-and-sports-1.htm
Paper Terink (LCHF): https://www.mdpi.com/2072-6643/13/1/157
Paper Knuiman: https://academic.oup.com/ajcn/article/110/2/508/5523194