
Dusver bestond er geen uniforme aanpak voor het integreren van de voedingswaarde van voedingsmiddelen als functionele eenheid in de LCA-methodologie. Wetenschappers van Yakult en FrieslandCampina in samenwerking met adviesbureau Buro Vlinder hebben een nieuwe methode voor een levenscyclusanalyse voor voedingsproducten ontwikkeld. De studie over deze aanpak werd onlangs gepubliceerd in The International Journal of Life Cycle Assessment. Dit is een wetenschappelijk tijdschrift voor levenscyclusanalyses (LCA).
Oude methode
De milieu-impact van producten wordt vaak uitgedrukt door een levenscyclusanalyse te maken, waarbij alle duurzaamheidsaspecten systematisch in kaart worden gebracht. Deze methode levert echter methodologische problemen op. Expert voeding en duurzaamheid dr. Stephan Peters bij Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO): “Zo kan de CO2-voetafdruk per kilogram product van yoghurt drie keer hoger zijn dan die van een kilogram aardappelen. Als je duurzamer wilt eten, zou je dus simplistisch kunnen denken dat je yoghurt kunt vervangen door aardappelen. Dat is natuurlijk niet correct, omdat je niet alleen naar de absolute hoeveelheid voeding moet kijken, maar ook naar de voedingswaarde van wat je eet. Om deze reden bestaat er al jaren het idee om de milieu-impact en voedingswaarde te integreren in levenscyclusanalyses (LCA’s).”
Nieuwe methode: QI-nLCA
Met de nieuwe methode, die QI-nLCA genoemd is, kijk je naar de milieu-impact van voedsel terwijl je rekening houdt met de voedingswaarde. De Qualifying Index (QI) vervangt de gebruikelijke manier om milieu-impact uit te drukken: per kilo product. De QI wordt berekend op basis van 21 belangrijke voedingsstoffen voor de Nederlandse bevolking. De QI drukt uit hoe voedzaam een product is in verhouding tot de energie die het levert. Een hogere QI betekent een hogere voedingsstoffendichtheid per hoeveelheid calorieën.
Vervolgens is de QI gebruikt om de milieu-impact (uitgedrukt in CO2) van 164 voedingsmiddelen te corrigeren. Zo kregen voedingsmiddelen met een hoge voedingswaarde (QI > 1) na correctie een lagere milieu-impact per kilo, terwijl voedingsmiddelen met een lage voedingswaarde (QI < 1) een hogere impact kregen. De QI < 1 werd meestal waargenomen in voedingsmiddelen met een hoog gehalte aan suiker, verzadigd vet en/of natrium, zoals cervelaatworst en boter, maar ook croissants, volvette smeerkaas en ijs.
Balans tussen gezondheid en duurzaamheid
De studie laat zien dat deze nieuwe aanpak gebruikt kan worden om de milieu-impact van voedingsmiddelen beter te beoordelen. Hetzelfde geldt voor maaltijden en complete diëten. De methode is een bijdrage aan de dialoog over duurzaamheid en gezondheid van onze voeding. Het kan, stellen de onderzoekers, beleidsmakers helpen bij het nemen van beslissingen hierover.
De betrokkenen bij het onderzoek waren: