
Als gevolg van stijgende temperaturen door klimaatverandering neemt het risico op menselijke blootstelling aan mycotoxinen toe. Dat stelt het Europees Milieuagentschap (EEA). Deze toxines kunnen de gezondheid schaden. Aanwijzingen duiden op een hoger risico op blootstelling aan mycotoxinen onder kwetsbare groepen, zoals jonge kinderen en baby's. Zij zijn extra kwetsbaar vanwege hun hogere voedselinname in verhouding tot hun lichaamsgewicht. Ook voor zwangere vrouwen en werknemers in de landbouw-, voedsel- en veevoersector zijn de risico's groter.
Wanneer en voor wie zijn mycotoxinen schadelijk?
Mycotoxinen zijn schadelijke, van nature gevormde verbindingen die door schimmels worden geproduceerd. Een Europees monitoringsproject, genaamd Horizon 2020-project (HBM4EU), heeft concentraties van chemicaliën in ons lichaam gemeten. De onderzoekers konden vaststellen dat 14 procent van de volwassen bevolking in zes Europese landen wordt blootgesteld aan het mycotoxine deoxynivalenol (DON) in zodanige hoeveelheden dat ze schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid. Vooral in Polen en in mindere mate in Luxemburg, Frankrijk en Portugal is het geschatte risico groot. De schimmeltoxines kunnen het hormoonstelsel verstoren, het immuunsysteem verzwakken, de lever en nieren beschadigen, het risico op een miskraam vergroten, ongeboren kinderen schaden en kankerverwekkend werken.
Schade boven bepaalde concentratie
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) schat dat circa 25 procent van alle voedselproducten in de wereld mycotoxinen bevatten. Voor alle mycotoxinen geldt dat de gifstof pas zichtbare schade veroorzaakt boven een bepaalde concentratie. Voor gifstoffen uit schimmels zijn dan ook maximaal aanvaardbare niveaus vastgesteld voor veevoer en voedingsmiddelen. Bij een combinatie van meerdere mycotoxinen daarentegen kunnen er nog steeds negatieve effecten optreden, zelfs als ze afzonderlijk onder de aanvaardbare niveaus liggen. Daarnaast kunnen mycotoxinen de werking van ziekteverwekkers versterken.
Blootstelling mycotoxinen door voeding en water
DON zit vaak van nature in tarwe, maïs en gerst in gematigde streken. Mensen worden blootgesteld aan deze toxines door het eten van besmette ontbijtgranen, babyvoeding, brood, tomatenproducten of pasta. Mycotoxinen zijn uiterst resistent in de spijsvertering en als gevolg blijven ze in de voedselketen van vlees en zuivelproducten. Temperatuurbehandelingen zoals bij wassen, koken en invriezen hebben geen invloed op het mycotoxine-gehalte. Sommige schimmels die mycotoxines produceren zijn niet zichtbaar, te ruiken of te proeven.
Een andere blootstellingsroute is via drinkwater dat verontreinigd is door landbouwafval. Inademing en absorptie via de huid zijn andere mogelijke blootstellingsroutes voor mensen die met de gewassen of het voedsel werken dat is aangetast.
Kans op antischimmelresistentie
De zorgen betreffen niet alleen de menselijke gezondheid. Een verhoogde gewasverontreiniging kan leiden tot lagere opbrengsten, met bijbehorende economische verliezen. Verder kan een toenemend risico op schimmelinfecties leiden tot een verhoogd gebruik van fungiciden door boeren. Dit kan op de lange termijn leiden tot een hoger risico op de ontwikkeling van antischimmelresistentie, waardoor het risico op moeilijk te behandelen schimmelinfecties bij mensen toeneemt.
Actie vereist op nationaal en Europees niveau
Het Europees Milieuagentschap raadt aan om actie te ondernemen op het gebied van onderzoek, beleid en praktijk op Europees en nationaal niveau. Ook preventief moet er actie ondernomen worden om zulke gezondheidsbedreigingen te voorspellen, dit te detecteren en erop te reageren en hun toekomstige impact te beperken. Hierbij is een One Health-benadering essentieel, waarin gekeken wordt naar onderling verbonden effecten van mycotoxinen op mensen, dieren en het milieu.