Beeld: Andrea Piacquadio via Pexels
Ons metabolisme piekt al tijdens het eerste levensjaar, terwijl de achteruitgang van de snelheid waarmee we calorieën verbranden juist later begint dan voorheen werd gedacht, gemiddeld pas vanaf ons zestigste. Dat blijkt uit een internationale studie waarin wetenschappers de metabole hoogte- en dieptepunten van het leven in kaart brachten.
De paper over het onderzoek verscheen in wetenschappelijk tijdschrift Science. Uit de resultaten blijkt dat de timing van onze ‘metabolische levensfasen’ niet samenvalt met typische mijlpalen in het leven, zoals de pubertijd of de menopauze. Sterker nog, de metabolismepiek is er al tijdens het eerste levensjaar. Zuigelingen hebben dus relatief de hoogste stofwisseling van iedereen. “En dat is niet alleen omdat baby's in hun eerste jaar bezig zijn met het verdrievoudigen van hun geboortegewicht”, zegt hoogleraar Klaas Westerterp in een persbericht van Maastricht University. “Tijdens de verdere groeifase blijkt fysieke activiteit een bepalende factor voor de lichamelijke ontwikkeling. Vanaf de adolescentie blijft het energiegebruik tot ongeveer 60 jaar gemiddeld gezien constant, maar de verschillen tussen personen zijn groot. Dat gegeven biedt daarom wel de mogelijkheid voor gedegen vervolgonderzoek naar gedrag en veroudering.”
Voor het onderzoek analyseerde het wetenschapsteam het gemiddeld aantal calorieën dat ruim 6600 mensen, variërend van een week oud tot 95 jaar, in hun dagelijks leven verbranden. Omdat de onderzoeksmethode (zie volgende alinea) prijzig is, gebruikten de wetenschappers een dataset die is samengesteld door meerdere laboratoria over de hele wereld, met onderzoeksgegevens van de jaren ‘80 tot zeer recent.
Zwaar water
De methode maakt gebruik van zogenoemd zwaar water. Dit tweevoudig gemerkte water bevat watermoleculen die gedeeltelijk bestaan uit waterstof met 2 protonen in plaats van 1 en zuurstof met 18 protonen in plaats van 16. Met dit gemerkte water kun je de hoeveelheid verbrande calorieën meten aan de hand van de hoeveelheid koolstofdioxide die een persoon uitademt tijdens dagelijkse activiteiten.
Op die manier kun je het volledige dagelijkse energiegebruik meten. Het neemt dus ook de calorieën mee die mensen besteden aan dagelijkse activiteiten zoals afwassen, sporten, “friemelen” en zelfs nadenken. Eerdere grootschalige studies onderzochten vooral de hoeveelheid energie die het lichaam gebruikt voor elementaire functies (ademen, verteren, bloed rondpompen etc.), goed voor 50 - 70% van de calorieën die we dagelijks verbranden.