Op 1 oktober 2021 organiseerden Voeding & Farma en NPN een inspiratiemiddag over de interactie tussen medicatie en voedingssupplementen in Corpus Leiden. Conclusie: een betere toepassing van de gezamenlijke kennis over deze interactie kan leiden tot gezondheidswinst voor mens en samenleving.
Er waren ruim honderd deelnemers aanwezig op locatie en via de livestream, waaronder huisartsen, apothekers en (orthomoleculair) therapeuten. De middag was informatief, met focus op de interactie tussen medicatie en voeding(ssuplementen) en het belang van het hebben van kennis over deze interactie. Daana was er ruimte voor discussie.
De organisatie streeft naar meer bewustzijn van het nut van suppletie, maar ook naar verantwoord gebruik, geeft Saskia Geurts, directeur van NPN, aan in het persbericht van NPN en Voeding & Farma. “Wij vinden het belangrijk dat de kennis gedeeld wordt over interacties van supplementen met geneesmiddelen als ook de voordelen van tegelijk gebruik. Met verantwoorde inzet van supplementen is gezondheidswinst voor de gebruiker te behalen.”
Renger Witkamp, professor in Nutritional Biology, benoemde tijdens de inspiratiemiddag dat supplementen de werking van medicatie zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. Daarnaast kunnen de tekorten die ontstaan bij gebruik van medicatie aangevuld worden met supplementen. Micha Vrolijk, assistant professor Maastricht University, liet zien dat er ook in de literatuur steeds meer aandacht is voor de interactie tussen supplementen en medicatie. Vrolijk noemde bijvoorbeeld het chronisch gebruik van NSAID’s, wat kan leiden tot maag- en darmzweren. De bloedingen die hierdoor ontstaan kunnen een lage ijzerstatus tot gevolg hebben.
Ook André Janse, klinisch geriater van het Ziekenhuis Gelderse Vallei, sprak op de inspiratiemiddag. Hij vertelde dat voornamelijk polyfarmacie (waarbij iemand 5 of meer geneesmiddelen gebruikt) wordt geassocieerd met een slechtere voedingsstatus. Er ontstaat bijvoorbeeld een tekort aan vitamine D of B12. Ondanks dat het geld kost om in een vroeg stadium bloedwaarden te meten om interacties te signaleren, kan dat op lange termijn kostenbesparend zijn. Het past bij zinnige en zuinige zorg, aldus Janse.
Door een betere samenwerking tussen apotheek, arts en diëtist kunnen bijwerkingen van geneesmiddelen in de vorm van nutriënttekorten beter in beeld komen en worden behandeld, concludeert het persbericht. Zo benadrukte Ilona Suurs, diëtist in het Elizabeth Tweestedenziekenhuis, dat er ook meer aandacht moet zijn voor de klinisch relevante interacties tussen voeding, dieetpreparaten en geneesmiddelen.
Aan het einde van het informatieve gedeelte blijkt dat bijna alle aanwezigen vinden dat er bij de uitgifte/verkoop van medicatie en supplementen informatie over interacties tussen supplementen en medicatie gegeven moet worden. De vraag is echter: waar en door wie moet die informatie verstrekt worden? Daar waren de meningen over verdeeld. Volgens de deelnemers worden de wetenschappelijk onderbouwde interacties nog niet genoeg toegepast in de zorg. Saskia Geurts: “Het droomscenario voor de toekomst is een database met informatie over interacties tussen voeding en geneesmiddelen.”