Consumenten in Nederland worden onvoldoende beschermd tegen de negatieve invloed van reclames voor voedingsmiddelen, zegt voedselwaakhond Foodwatch. De organisatie presenteert hierover een nieuw rapport dat is uitgevoerd door onderzoeksbureau Panteia. In het rapport ‘Regulering van reclame voor voedingsmiddelen’ trekt Foodwatch de conclusie dat door de scheve verhoudingen binnen de Stichting Reclame Code de belangen van de industrie zwaarder wegen dan die van de consument.
Foodwatch heeft het onderzoek laten uitvoeren naar aanleiding van verschillende zaken die de voedselwaakhond eerder heeft aangespannen bij de Reclame Code Commissie (RCC), met name over kindermarketing. Omdat wettelijke regels tegen kindermarketing ontbreken en er volgens Foodwatch te weinig wordt gehandhaafd op het verbod op misleidende verpakkingen, is de RCC het enige orgaan waar Foodwatch namens de consument haar beklag kan doen. Foodwatch: “Helaas blijkt dat er geen harde sancties volgen als bedrijven hun reclame en/of producten niet aanpassen.”
Scheve verhouding
Foodwatch noemt dat de verhouding binnen de Stichting Reclame Code (SRC) scheef. De voedselwaakhond schrijft: “De SRC bestaat uit vier kolommen, die de belangen vertegenwoordigen van adverteerders, media, reclamemakers, en als vierde kolom consumenten en maatschappij. Aanscherpingen van de RvV mogen worden voorgesteld door alle kolommen, behalve door die van consumentenvertegenwoordigers. Er is ook vastgelegd dat er tussen de kolommen onderling naar overeenstemming wordt gestreefd, maar dat de kolom consument en maatschappij een afwijkende mening kan hebben die geen invloed heeft op de doorvoering van aanpassingen aan reclamecodes. Bovendien telt de stem van de kolom consument en maatschappij minder zwaar mee dan die van de andere kolommen. Voor de Consumentenbond is dit aanleiding geweest om een paar jaar geleden uit de commissie te stappen. Hierdoor is er op dit moment geen partij binnen de kolom consument en maatschappij die zich richt op voeding en gezondheid.”
Ook blijkt er geen sprake te zijn van handhaving achteraf, waardoor adverteerders niet altijd vooraf toetsen of hun reclame-uitingen wel voldoen aan de regels, en is er geen toezicht op de naleving van de uitspraken.
Reactief beleid
Foodwatch-directeur Nicole van Gemert: “Door het reactieve beleid wordt er pas iets verboden of tegen misleidende marketing gedaan wanneer personen of organisaties zoals de onze een klacht indienen. Dit moet onderbouwd worden meer diepgravend onderzoek en het aandragen van bewijslast, waarbij het nog maar afwachten is of een eventuele veroordeling door de commissie opgevolgd wordt. Heel frustrerend, te meer omdat we bij onze vraag naar strenge wetgeving om -met name kinderen - te beschermen altijd verwezen wordt naar de Reclame Code Commissie.”
Een van de conclusies van onderzoeksbureau Panteia is dan ook dat de bescherming van de consument het aflegt tegen de belangen van de industrie. Van Gemert: “Dit zien we natuurlijk vaker als de overheid verwijst naar haar stokpaardje van zelfregulering. Zolang de industrie aan tafel zit en in dit geval bewezen een zwaardere stem heeft in de besluitvorming delft de burger het onderspit. Kijk maar naar het Nationaal Preventieakkoord, wat door de invloed van de industrie al jaren haar doelstellingen niet haalt.”
Wat Foodwatch betreft geeft het nieuwe rapport genoeg argumenten om in het geval van ongezonde voeding en misleidende claims wetgeving te introduceren of te verscherpen. Van Gemert: "Foodwatch wil zo snel mogelijk een sterke reclamewet in plaats van een zwakke reclamecode."