Op 16 mei kwam het nieuws naar buiten. PVV, VVD, NSC en BBB zijn het eens en hebben een regeerakkoord op hoofdlijnen bereikt. De fracties zijn akkoord, maar er is nog veel onduidelijk. Niet alleen weten we nog niet wie de minister-president wordt, ook moeten de partijen de details nog uitwerken. Desondanks bevat het akkoord al wel relevante informatie voor de foodsector.
Het regeerakkoord op hoofdlijnen belooft minder regeldruk en lasten voor ondernemers, en er komt meer aandacht voor de agro-foodsector. “Onze boeren, tuinders en vissers moeten gekoesterd worden, omdat ze belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening en het Nederlandse cultuurlandschap, en onlosmakelijk onderdeel zijn van onze Nederlandse cultuur”, stellen PVV, VVD, NSC en BBB. De partijen willen toekomst bieden en de Europese richtlijnen zo aanpassen dat ze werkbaar zijn en het verdienmodel ondersteunen. Daarnaast bevat het akkoord ook plannen over onder andere de energietransitie, handel en klimaatbeleid.
Kortom, genoeg voor de foodsector om op te reageren. We zetten een aantal reacties op een rij.
FNLI: ‘Akkoord is goede basis voor samenwerking’
De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) ziet het hoofdlijnenakkoord als een goede basis voor samenwerking met het nieuwe kabinet. “Het akkoord lijkt meer ruimte te geven voor ondernemers op een aantal belangrijke punten”, aldus FNLI. De federatie benoemt onder andere de aandacht voor de voedingsindustrie en de agro-foodsector, het behoud van maatwerk bij de energietransitie, het terugdraaien van de CO2-verhogingen en het belang van een gelijk speelveld op het gebied van handel. Alleen noemt FNLI het teleurstellend dat het Nationaal Groeifonds wordt afgebouwd. “Het fonds dat juist is bedoeld om te investeren in het toekomstige investeringsklimaat.”
MKB Nederland: ‘Aandacht voor ondernemerschap’
Ook MKB Nederland en VNO-NCW benoemen de aandacht voor ondernemerschap in de eerste reactie. “Het Hoofdlijnenakkoord van de vier partijen heeft gerichte aandacht voor de reële zorgen van burgers én bedrijven. Het komt nu aan op de uitvoering. De ondernemersorganisaties gaan daarom graag in op de uitnodiging tot verdere uitwerking (met kabinet en bonden), onder meer om ons ondernemersklimaat weer te versterken en gericht te investeren in de regio. Met name de nadruk op stabiel beleid, het verdienvermogen en de herintroductie van degelijke budgettaire spelregels spreekt aan. Alleen zo creëren we stabiliteit en zekerheid die ondernemers nodig hebben om te kunnen investeren in de grote opgaven.”
Biohuis: ‘Erkenning voor boeren en tuinders’
Biohuis reageert namens de biologische sector op het akkoord. “We zijn er content mee dat de vakkennis en het ondernemerschap van boeren en tuinders erkend wordt en boeren ruimte krijgen te doen wat in de praktijk werkt.” Wel maakt Biohuis zich zorgen dat het nieuwe kabinet vooral aandacht heeft voor acute problemen en onvoldoende voor duurzame verdienmodellen zoals biologische landbouw. De Nederlandse voedselketen moet en kan volgens de biologische organisatie oplossingen bieden voor de biodiversiteit, waterkwaliteit en klimaatadaptatie.“Boeren in Nederland hebben een stabiel perspectief nodig naar én voorbij 2040. Biologische landbouw is een van deze perspectieven, ook voor landbouwinclusieve natuur”, aldus Pipie Smits van Oyen, voorzitter Biohuis.
Vissersbond: ‘Vissers mogen er weer zijn’
De vissector prijst de aandacht voor de visserij en terugkomst in de naam van het ministerie van LNV. “Het is geweldig nieuws wat deze vier politieke partijen met elkaar hebben geformuleerd”, reageert Johan Nooitgedagt namens de Nederlandse Vissersbond. “Ik weet zeker dat veel vissers weer het gevoel terugkrijgen ‘dat ze er mogen zijn’. Er is goed gesproken en er is goed geluisterd. Ook enorme dank aan de informateurs want dit was duidelijk een ‘taaie klus’. Natuurlijk zijn we er nu nog niet, maar er is hiermee een goede basis gelegd en die bal moeten we er als visserijsector nu vooral samen goed intikken.”
Conclusie
Over het algemeen zijn organisaties uit de foodsector positief over het voorlopige akkoord. Met name de aandacht voor de agro/food sector wordt gewaardeerd. Allen zien het akkoord als een goede basis voor een positieve samenwerking met het toekomstige kabinet. Het wachten is nu op de nadere uitwerking van de plannen tot een definitief akkoord.