De Gezondheidsraad herziet voedingsnormen voor baby's en kinderen

28 april 2025 Angela Mulligan via Unsplash
OVERHEID EN BELEID | De Gezondheidsraad heeft nieuwe voedingsnormen vastgesteld voor kinderen van 7 maanden tot en met 17 jaar. Deze normen zijn onderdeel van een breder traject om de Nederlandse voedingsaanbevelingen te actualiseren en beter af te stemmen op Europese richtlijnen. De afleidingswijze van het EFSA kan in vrijwel alle gevallen overgenomen worden.

De Gezondheidsraad heeft nieuwe voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor zuigelingen van 7 tot en met 11 maanden en kinderen van 1 tot en met 17 jaar oud opgesteld. Dit advies is een deeladvies binnen de evaluatie van de Nederlandse voedingsnormen. Het streven van het advies is de harmonisatie van voedingsnormen binnen de Europese Unie.

Voedingsnormen voor voedingsvoorziening en monitoring

Bij het afleiden van normen voor volwassenen concludeerde de Gezondheidsraad dat de volgende achttien voedingsnormen het belangrijkst zijn voor de voedingsvoorlichting en monitoring van de inname in Nederland. Het betreft vitamine A, thiamine, riboflavine, niacine, vitamine B6, folaat, vitamine B12, C, D, K1, calcium, jodium, kalium, koper, magnesium, selenium, ijzer en zink.

Voedingsnormen verrekenen met groei en ontwikkeling

Voedingsnormen zijn belangrijke hulpmiddelen bij het vaststellen van een verantwoord voedingspatroon. Als de inname van een kind echter lager ligt dan de voedingsnorm voorschrijft, hoeft dit niet direct te betekenen dat het onvoldoende is voor dat kind. Om dat vast te stellen zijn aanvullende individuele gegevens nodig, bijvoorbeeld over de groei of ontwikkeling en via een bloedonderzoek. Over een verantwoord voedingspatroon voor kinderen tot 2 jaar gaat de raad in de nabije toekomst adviezen geven. 

Gegevens behoefte aan voedingsstoffen ontbreken

De behoefte aan een voedingsstof is de inname die verschijnselen van een tekort voorkomt en de kans op chronische ziekten zo klein mogelijk houdt. Voor veel voedingsstoffen ontbreken gegevens over de behoefte van zuigelingen en kinderen. Dat wil zeggen, er is voor weinig voedingsstoffen specifiek bij zuigelingen en kinderen onderzoek gedaan.

Daarom leidt de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) de voedingsnormen voor deze groepen vaak af van de normen voor volwassenen. Voor zuigelingen van 7 tot en met 11 maanden worden ze soms ook afgeleid van de geschatte nutriëntinname via borstvoeding van jonge zuigelingen. Voor het extrapoleren van normen worden aannames gedaan over onder meer het lichaamsgewicht. Daarbij gebruikt de autoriteit de Nederlandse referentiegewichten die het in 2021 heeft vastgesteld.

Afleidingswijze EFSA vrijwel altijd over te nemen

De commissie beoordeelde of er uit wetenschappelijk oogpunt zwaarwegende bezwaren zijn tegen de afleidingswijze die EFSA hanteert voor de voedingsnormen voor zuigelingen en kinderen. Uit de evaluatie concludeert de commissie dat de afleidingswijze van EFSA in vrijwel alle gevallen overgenomen kan worden. Alleen bij koper, vitamine D en ijzer leidt de commissie de normen voor kinderen anders af dan EFSA.

De uiteindelijke getallen voor Nederlandse kinderen kunnen wel iets anders uitvallen. Soms leidt de commissie voor jongens en meisjes dezelfde normen af, terwijl EFSA dit niet doet. Ook het type norm dat voor de toepassing in Nederland wordt afgeleid wijkt soms af van die van EFSA.

Overigens zijn niet alle EFSA-normen in de praktijk relevant voor de voedingsvoorlichting en -monitoring in Nederland. Van sommige is de onderbouwing erg beperkt en lijken tekorten van deze voedingsstoffen in Nederland niet voor te komen.

Onzekerheid waarde van voedingsnormen

Omdat de voedingsnormen voor zuigelingen en kinderen meestal tot stand komen op basis van extrapolatie, is er een grotere onzekerheid over de waarden van de normen dan bij volwassenen. Er moeten immers aannames worden gedaan over parameters zoals lichaamsgewicht. Ook moet de behoefte vanwege de groei geschat worden – wat behoorlijk uiteen kan lopen. Dit komt doordat er tussen kinderen grote verschillen zijn in het verloop van de groei (moment van groeispurt bijvoorbeeld). Vanwege die onzekerheden heeft de commissie voor de meeste voedingsstoffen alleen adequate innames afgeleid – waarmee ze in sommige gevallen afwijkt van EFSA. Dit type voedingsnorm wordt gekozen als de behoefte lastig te bepalen is. Dit is in lijn met wat de Gezondheidsraad tot nu toe heeft gedaan bij voedingsnormen voor zuigelingen en kinderen.

Geen normen voor alle nutriënten

Net als bij de volwassenen, zijn er twee mineralen waarvoor geen normen zijn vastgesteld voor zuigelingen en kinderen in Nederland: chroom en fluor. Voor chroom is het onduidelijk of het een essentiële voedingsstof is. Voor fluor geldt ook dat het niet als essentiële voedingsstof wordt gezien. Vanwege de lokale werking die fluoride heeft op het voorkomen van cariës bevatten in Nederland mondhygiëneproducten fluoride en is een voedingsnorm niet nodig. Voor natrium en chloride bestaan in Nederland ook geen voedingsnormen. Natrium en chloride zijn in de vorm van keukenzout (natriumchloride) onderdeel van de Richtlijnen goede voeding.

De Gezondheidraad brengt eind 2025 Richtlijnen goede voeding 2025 uit. Tot 18 mei kan iedereen commentaar leveren op de conceptversies van de achtergronddocumenten bij het nieuwe advies. 

Geef mij meer informatie hierover

Altijd op de hoogte blijven?