Beeld: cottonbro via Pexels

Ben je 65 jaar en eet je gezond, dan is je cognitieve functie vergelijkbaar met een 63-jarige die minder gezond eet. Daarnaast gaat bij gezonde eters de cognitie langzamer achteruit, blijkt uit een cohortstudie van het RIVM.

Tijdens de studie worden ruim 3600 mensen uit Doetinchem dertig jaar gevolgd. Elke vijf jaar worden de gezondheid en leefgewoonten van de deelnemers onderzocht bij de plaatselijke GGD. In deze deelstudie wilde het RIVM weten of gezonde voeding* bij de deelnemers (45-75 jaar) samenhangt met de achteruitgang van cognitieve functies als je ouder wordt. De cognitieve functies zijn alle processen die betrokken zijn bij het opnemen en verwerken van informatie, zoals intelligentie, geheugen, sociale cognitie en taal.

Aanleiding van de studie is dementie, een niet te genezen groep aandoeningen waar ook de Ziekte van Alzheimer onder valt. Dementie ontstaat uit een lange periode waarin de cognitieve functies achteruitgaan. Vertraag je die achteruitgang, dan kan het ontstaan van dementie mogelijk worden uitgesteld, aldus het RIVM.

*Onder gezonde voeding wordt in het onderzoek verstaan: de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad, de voedingsrichtlijnen van de WHO en het Mediterrane voedingspatroon. Deze richtlijnen bevatten vergelijkbare elementen, waaronder veel groente, fruit en volkoren granen en weinig verzadigde vetten, rood vlees, zout en suiker. 

2 jaar voorsprong

In de paper (open access), die werd gepubliceerd in The American Journal of Clinical Nutrition, wordt beschreven dat Doetinchemmers die zich het meest aan de richtlijnen gezonde voeding houden, een betere cognitieve functie hebben. Gemiddeld is de cognitieve functie van een gezonde eter 2 jaar ‘jonger’ dan van iemand die in de groep minst gezonde eters valt. En dan gaan de functies van de gezonde eters tussen 55 en 75 jaar ook nog eens 7% minder snel achteruit. 

Daaruit concluderen de onderzoekers dat een gezond dieet kan helpen de cognitieve functies op peil te houden als je ouder wordt. Ze hielden daarbij rekening met andere factoren die invloed kunnen hebben op de resultaten. Want mensen die bijvoorbeeld wetenschappelijk opgeleid zijn, fysiek actieve mensen en niet-rokers, eten over het algemeen ook gezonder. Filter je die factoren eruit, dan bleef het verband tussen cognitie en voeding overeind.

In het NRC benadrukt Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid aan de VU, dat voedingsrichtlijnen er niet alleen zijn om nú gezondheidsproblemen te voorkomen, maar dat een gezonde leefstijl ook op lange termijn effect heeft. “Maar het blijft epidemiologie”, zegt hij in het artikel. “In grote bevolkingsonderzoeken kun je nooit alle factoren uitsluiten die ongezond gedrag veroorzaken. Maar in combinatie met experimenten die laten zien wat er bijvoorbeeld met overeten in het brein gebeurt, wordt wel steeds aannemelijker dat gezonde leefstijl invloed heeft op mentale gezondheid.”

In Voeding Nu 3 lees je nog veel meer over Voeding & Brein, waaronder dit artikel over de Ziekte van Alzheimer

Altijd op de hoogte blijven?