Denken en doen

28 juni 2022 Coosje Dijkstra

Vijftien jaar geleden kreeg ik mijn diploma Voeding en Diëtetiek. Vier ontzettend leuke jaren had ik doorgebracht aan de Hanzehogeschool in Groningen en enorm veel geleerd over voeding en gezondheid, maar ook over scheikunde (inclusief de vele bijlessen) en statistiek. De kooklessen zijn me eveneens bijgebleven, zo maak ik nog steeds het falafelrecept van één van mijn studiegenoten. In het vierde jaar ging ik stage lopen in het ziekenhuis in Assen. Qua voedingskennis zat het helemaal goed. Het ontstaan van diabetes en de bijbehorende voedingsadviezen kon ik zo opdreunen. Moeilijker had ik het met het motiveren van mensen om hun voedingspatroon daadwerkelijk aan te passen en om dit vervolgens vol te houden. Avonden lang, las ik de reader motivational interviewing opnieuw en ik heb zelfs hulp gezocht bij een boek van Dr. Phil over de 7 sleutels tot succesvol afvallen.

Inmiddels werk ik als universitair docent bij de afdeling Gezondheidswetenschappen op de VU in Amsterdam. Vorige week gaf ik een hoorcollege over sociaaleconomische gezondheidsverschillen aan de premasters. Dat zijn vooral diëtisten die het voorbereidende jaar doen voordat ze instromen in de master Gezondheidswetenschappen. Het waren hele leuke en gemotiveerde studenten. Ik vertelde ze over de groeiende gezondheidsverschillen en de rol van voeding hierin. Via het Regenboogmodel van Dahlgren en Whitehead liet ik zien dat er heel veel factoren van invloed zijn op gezondheid en voeding. Centraal in dit model staan kenmerken van mensen zoals leeftijd, geslacht en erfelijke factoren. In de bogen daaromheen staan de factoren die veranderbaar zijn. De eerste boog wordt gevormd door de individuele leefstijlfactoren zoals gezond eten, voldoende beweging en slaap. De tweede gaat over sociaal welzijn. Het gaat dan om de invloed van het sociale netwerk, zoals het gezin, vrienden of collega’s. De derde boog betreft de invloed van de leef- en werkomstandigheden op gezondheid, bijvoorbeeld onderwijs en gezondheidszorg. In de vierde boog van het regenboogmodel staan de factoren die gaan over de maatschappij waarin we leven: de algemene sociaaleconomische, politieke, culturele en omgevingsfactoren. Na afloop kregen de studenten de opdracht om interventies te bedenken die konden bijdragen aan het verkleinen van sociaal economische verschillen in voeding. Ze gingen fanatiek aan de slag en bedachten allerlei acties. De ene groep wilde een voorlichtingscampagne opzetten en de andere wilde gezonde labels plakken op producten in de supermarkt. Tot mijn verbazing hadden alle acties één ding gemeen. Ze waren allemaal gericht op het vergroten van kennis over gezonde voeding. Mijn hele verhaal over het Regenboogmodel leken ze te zijn vergeten. Daarmee was maar weer eens op een grappige manier duidelijk dat je nog zo veel kennis kunt hebben: wat je er mee doet, wordt mede bepaald door allerlei andere factoren.
Het was op dat moment, dat ik me realiseerde hoe goed het was geweest als ik op de opleiding Voeding en Diëtetiek meer had geleerd over al die verschillende factoren. Dan had ik als diëtist mijn cliënten op die thema’s kunnen bevragen en beter kunnen begrijpen en helpen.

Coosje Dijkstra
Universitair docent en onderzoeker, afdeling Gezondheidswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam.

Redactieadviesraad
De redactie van Voeding Nu wordt ondersteund door de Redactieadviesraad. Deze bestaat uit wetenschappers, diëtisten en andere voedingsdeskundigen. Om de beurt presenteren zij zich hier.


Referenties:
1. Dahlgren, G., & Whitehead, M. (1991). Policies and Strategies to promote social equity in health. Stockholm: Institute of Future Studies.

Altijd op de hoogte blijven?