Stapsgewijs verbeteren
Foto's: RIVM en Pexels
Stap voor stap naar betere voedingswaarden. Fabrikanten van levensmiddelen kunnen aan de slag met het nieuwe RIVM-rapport 'Nieuwe criteria voor productverbetering. Zout-, verzadigd vet- en suikergehalten voor voedingsmiddelengroepen'.
In het Nationaal Preventieakkoord is onder andere afgesproken dat het makkelijker moet worden voor mensen om te kiezen voor gezonde voeding. Mogelijke toekomstige maatregelen zijn bijvoorbeeld de btw-afschaffing op groente en fruit en invoering van een suikertaks. Ook is met fabrikanten afgesproken dat zij hun producten gezonder maken. Daarvoor liep van 2014 tot 2020 het Akkoord Verbetering Productsamenstelling (AVP). In die periode hebben fabrikanten kleine stappen gezet om onder andere de gehaltes zout en vet in producten te verlagen, maar het RIVM meldt dat consumenten nog steeds (te) veel van bepaalde voedingsstoffen binnenkrijgen.
Daarom start het ministerie dit jaar met de Nationale Aanpak Productverbetering (NAPV), als vervolg op de AVP, om eerdere verbeteringen te versnellen en te verbreden. In februari 2022 bracht het RIVM, samen met het Voedingscentrum en HAS Hogeschool en in overleg met levensmiddelentechnologen van Wageningen Food & Biobased Research en fabrikanten, een rapport uit met nieuwe criteria voor de hoeveelheden suiker, zout en verzadigd vet in bewerkte voedingsmiddelen*.
De partijen moedigen fabrikanten aan om minder suiker en zout toe te voegen aan bewerkte producten en het gehalte verzadigd vet te verlagen en/of te vervangen voor onverzadigd vet. Ook neemt het rapport het gehalte vezels in broodproducten mee. Uiteindelijk moeten de productverbeteringen leiden tot een betere samenstelling van voedsel, waardoor Nederlanders gemiddeld minder zout, verzadigd vet en suiker en meer vezels binnenkrijgen, ook als hun consumptiepatroon gelijk blijft.
Traptreden
In het rapport zijn gegevens opgenomen, afkomstig uit de Levensmiddelendatabank, van ongeveer driekwart van de bewerkte voedingsmiddelen die te koop zijn in Nederlandse supermarkten. De producten zijn op basis van de RIVM Herformuleringsmonitor opgedeeld in 14 voedingsmiddelengroepen met 62 subgroepen. De hoofdgroepen zijn: brood(vervangers) en ontbijtgranen, melkproducten en plantaardige vervangers, kaas, vleesbereidingen, vleeswaren en -conserven, vis, vleesvervangers, smeer- en bereidingsvetten, soepen en bouillons, sauzen, hartige snacks, banket en zoetwaren, dranken en broodbeleg.
Per subgroep zijn drie grenswaarden bepaald voor de gehaltes zout, suiker en verzadigd vet: laag, midden en hoog. Voor een aantal subgroepen in ‘brood(vervangers) en ontbijtgranen’ zijn aanvullende grenswaarden opgesteld voor de hoeveelheid vezels. Voor de grenswaarden is niet gekeken naar aanbevolen hoeveelheden, maar naar de huidige gemiddelden van alle meegenomen producten. Is het wettelijk maximum van een voedingsstof lager dan een van de grenswaarden, dan is dat maximum als waarde opgenomen.
Drie grenswaarden geeft vier traptreden en elke trede bevat een kwart van de voedingsmiddelen uit de subcategorie. Sommige treden liggen dus qua gehalte voedingsstof verder uit elkaar dan anderen. Kijk je bijvoorbeeld naar de subcategorie ‘broodvervangers’, dan zijn de grenswaarden voor verzadigd vet 2, 3 en 7 gram per 100 gram product. Een kwart van de broodvervangers bevat dus 0 tot 2 gram verzadigd vet. Voor de volgende 25 procent is dat 2 tot 3 gram, daarna 3 tot 7 gram en tot slot 7 gram of meer.
Stap voor stap
Dit systeem biedt een richtlijn voor fabrikanten om hun producten stapsgewijs verbeteren, steeds een trede omlaag dus, waarbij zowel producten met de meest ongunstige samenstelling kunnen worden aangepakt, als producten die relatief gezien al een gunstige samenstelling hebben.
Middels tussentijdse evaluaties bekijkt het RIVM in 2024, 2027 en 2030 of de samenstelling van de voedingsmiddelen daadwerkelijk verbetert. Doel van het ministerie van VWS is: in 2030 moet voor elke subgroep en elke voedingsstof het aandeel producten in de laagste traptrede verdubbelen van 25 naar 50 procent, terwijl maximaal 10 procent nog in de hoogste traptrede zit.
Aanvullingen
Opvallende voedingsmiddelengroepen die nog ontbreken in het rapport zijn onder andere kant-en-klaarmaaltijden, vruchtensappen, oosterse sauzen en smaakmakers. Om realistische grenswaarden voor deze groepen te kunnen bepalen, zijn meer gegevens nodig, aldus het RIVM. Ook ontbreken de producten van enkele grote supermarkten, omdat deze nog nauwelijks zijn opgenomen in de Levensmiddelendatabank. Volgens onderzoek van Stichting Questionmark kunnen die producten voor aanzienlijk andere grenswaarden zorgen. De gemiddelde zoutgehaltes in vlees(vervangers) verschillen bijvoorbeeld sterk per supermarkt.
Naast uitbreiding van supermarktproducten, wil de organisatie criteria gaan opstellen voor bewerkte voedingsmiddelen in onder andere restaurants en catering. Bovendien worden huidige (sub)groepen de komende tijd verfijnd en uitgebreid, denk aan nieuwe groepen voor vervangers van dierlijke producten zoals vlees, zuivel en kaas. Ook gaat de NAPV aan de slag met portiegrootte, verpakkingsformaat en het aandeel groente in maaltijden.
Nutri-Score
Een voedselkeuzelogo zoals Nutri-Score kan een prikkel zijn voor fabrikanten om hun producten te verbeteren. Nutri-Score is een stoplichtsysteem, waarbij de groene letter A de gunstigste score is en de rode letter E de meest ongunstige. Deze scores zijn relatief ten opzichte van andere producten in de betreffende categorie en geen beoordeling van de gezondheid van een product. Momenteel zijn er veel bezwaren op het systeem en wetenschappers werken aan een verbeterde methode. Als die er is, wil de NAVP waar mogelijk huidige grenswaarden gelijktrekken met Nutri-Score-afkappunten, ofwel de punten die bepalen welke letter (A-E) een product krijgt.
Meer info over de NAVP, inclusief het rapport, vind je via rivm.nl/nationale-aanpak-productverbetering.
*In dit rapport is een bewerkt voedingsmiddel gedefinieerd als een voedingsmiddel waaraan tijdens bewerking zout of suiker is toegevoegd of waaruit vezel is verwijderd. Daarnaast zijn bewerkte voedingsmiddelen meegenomen waarvan het gehalte aan verzadigd vet te verlagen is.