Yvonne Willemsen
Geboren: Wageningen
Woont in: Malden
Functie: Promovenda aan het Radboudumc
1. Waarom ben je voedingswetenschappen gaan studeren?
Na de bachelor Voeding en Diëtetiek te hebben afgerond voelde ik dat ik nog iets miste. Voor mij ontbrak de diepgang in de theorie die ons was geleerd tijdens de opleiding. Hoe wordt er onderzoek gedaan naar de effecten van voeding op gezondheid en hoe worden richtlijnen bepaald? Daarom was de master Voeding en Gezondheid de perfecte vervolgstap.
2. Wat houdt je huidige werk in?
Ik prijs mezelf gelukkig dat er een promotieplek beschikbaar was in het gebied waar ik enorm door ben gefascineerd. Momenteel doe ik promotieonderzoek bij het Radboudumc in Nijmegen en onderzoek ik het verband tussen voeding in het vroege leven en gedrag op latere leeftijd, waarbij de darmbacteriën mogelijk een tussenrol spelen via de darmbacterie-brein as. Om dit te onderzoeken ben ik betrokken bij twee longitudinale studies ter grootte van ongeveer 80 en 160 deelnemers. Deze studies hebben vrijwel dezelfde opzet: zwangere vrouwen en hun partners waren geïncludeerd en zij zijn in de loop van de jaren gevolgd. In de voorgaande jaren zijn er onder andere meerdere biologische maten afgenomen om de ontwikkeling van de moedermelkcompositie en de darmbacterie-compositie van het kind te onderzoeken. Aan het begin van mijn promotietraject heb ik voornamelijk ingelezen over psychologie en hoe onderzoek op dat gebied wordt uitgevoerd. Vervolgens heb ik de onderzoeksvraag vastgesteld en heb ik de vervolgmetingen opgezet voor de twee longitudinale onderzoeken. Denk hierbij aan het indienen van ethische goedkeuringen, het bepalen van welke vragenlijsten en gedragstaken het beste mijn onderzoeksvraag kunnen beantwoorden, maar ook welke data er voor collega’s en voor de toekomst belangrijk kan zijn om te verzamelen. Rekening houdend met de last die we de deelnemers opleggen heb ik besluiten genomen omtrent welke meetinstrumenten we het beste kunnen includeerden in de dataverzameling en hoe de hele meetronde eruit zou zien (van uitnodigingsbrief tot en met waar de data wordt opgeslagen). Toen de baby’s de leeftijd van drie en 14 jaar hadden bereikt ben ik bij elke familie op bezoek geweest om hen de vragenlijsten en gedragstaken af te laten nemen. Een van de leukste onderdelen van het onderzoek dat ongeveer twee jaar duurde. Nu, in de laatste fase van mijn promotietraject, ben ik voornamelijk de resultaten aan het interpreteren, opschrijven en presenteren op congressen. Ik vind het ontzettend mooi om te zien hoe al die jaren werk eindelijk zijn vruchten afwerpt!
3. Wat zou je graag nog onderzocht willen zien?
Het vroege leven is een cruciale fase waarin externe factoren een enorme impact kunnen maken op de gezondheid van de baby, peuter en adolescent. Omdat borstvoeding de primaire voeding is voor de meeste baby’s, zou ik graag meer longitudinaal onderzoek willen zien naar de inhoud van borstvoeding en de associaties met toekomstige fysieke en mentale gezondheid. Hierbij moeten ook zeker de darmbacteriën worden onderzocht. Naar aanleiding hiervan hoop ik dat er in de toekomst (gepersonaliseerde) flesvoeding kan worden ontwikkeld die de gezond-
heidseffecten van borstvoeding kan nabootsen om fles-gevoede baby’s een zo gezond mogelijke start kunnen geven.