NAV-lid Julie Essink: 'Van wetenschap naar praktijk’

1. Hoe ben je in de voedingswereld terechtgekomen?

Kiezen wat je wil gaan studeren, dat vond ik best een uitdaging op mijn zeventiende. In het dagelijks leven had ik al wel een bovengemiddelde interesse voor voeding en gezondheid. Ook mijn profielwerkstuk voor de middelbare school richtte ik hierop. Mijn moederwerkt op een basisschool, bij haar in de kleuterklas zette ik hiervoor een onderzoekje op naar eetgedrag. Vervolgens besloot ik te kiezen voor de opleiding bachelor Voeding en Gezondheid aan de Wageningen Universiteit. Later in mijn studententijd ging ik een jaar lang aan de slag als Project- en Accountmanager bij academisch adviesbureau UniPartners Wageningen. Ontzettend leuk en leerzaam om op deze manier in contact te komen met allerlei Agro-Food organisaties en hun uitdagingen. Daarna verdiepte ik me in de onderliggende cellulaire en moleculaire mechanismen van voeding in het lichaam met de master Molecular Nutrition & Toxicology. Toch bleef ik ook breed geïnteresseerd in de verschillende richtingen van voedingswetenschap. Waar ik voor mijn thesis het lab in ging voor ex vivo onderzoek met immuuncellen, werkte ik tijdens mijn stage bij OnePlanet Research Center mee aan een interventiestudie met een tool om eetgedrag beter te registreren.

2. Wat houdt je huidige werk in?

Na mijn afstuderen, op zoek naar een baan, wist ik dat ik enthousiast werd van een combinatie van voedingsonderzoek en mijn ervaring bij UniPartners. Een functie vinden waar ik dit allemaal in terugvond, dat was even zoeken. Bij mijn vriend thuis loop ik regelmatig op een akkerbouwbedrijf rond en daardoor leerde ik de coöperatieve agrofood onderneming Royal Cosun kennen. Zo vond ik mijn huidige functie bij Cosun Nutrition Center, een voedingswetenschappelijk kenniscentrum voor plantaardige voeding. Als Science Manager voeding, gezondheid en duurzaamheid ben ik verantwoordelijk voor de coördinatie van het onderzoeksportfolio van Cosun Nutrition Center en de afstemming hierover met onze Wetenschappelijke Raad. Daarnaast volg ik de wetenschappelijke literatuur, voedingsbeleidszaken en maatschappelijke ontwikkelingen omtrent plantaardige voeding in
relatie tot voeding, gezondheid en duurzaamheid. Ik maak een vertaalslag en deel wetenschappelijke kennis zowel met collega’s intern, als extern naar gezondheidsprofessionals. Wat me enthousiast maakt in deze rol is dat ik de voedingswereld op allerlei manieren kan verkennen. Ik krijg als het ware een helikopterview over wat er speelt in allerlei onderzoeksgebieden op verschillende niveaus van het voedselsysteem (van boer tot bord tot menselijk lichaam). Denk hierbij aan de eiwittransitie en wat dit betekent voor gezondheid, milieu en innovatie. Het contact wat ik hierdoor heb met allerlei mensen in de voedingswereld maakt het extra leuk.

3. Wat wil je graag onderzocht zien? 

Steeds meer mensen willen meer plantaardig eten, niet alleen voor het milieu, maar ook vanwege hun gezondheid. Het is goed om te zien dat duurzaamheid steeds meer wordt opgenomen in voedingsrichtlijnen. De combinatie van gezond en duurzaam eten is echter een uitdaging en roept veel vragen op in verschillende vakgebieden. Bijvoorbeeld, hoe kunnen we maaltijdmomenten en plantaardige eiwitcombinaties optimaal benutten? Ik hoop aan deze kennisverzameling mijn steentje bij te dragen.