Alessandra Grasso promoveerde onlangs aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Op basis van Europese studies analyseerde ze trends in voeding van specifieke doelgroepen. Het veld van nutrition kent veel tegenstrijdigheden. Wat gezond is voor mensen, is niet per se goed voor de planeet.
De liefde voor haar echtgenoot bracht Alessandra Grasso van de Verenigde Staten naar Nederland. De liefde voor de bestudering van de voedseltransitie voerde haar naar de Vrije Universiteit, waar ze in januari promoveerde tot Doctor of Philosophy aan de afdeling Gezondheidswetenschappen. Alles gaat daar in het Engels, dus dat kwam goed uit.
De titel van haar omvangrijke dissertatie ‘Towards more environmentally sustainable dietary guidance for population and planetary health’ maakt al duidelijk dat ze een groot en actueel terrein verkent. Het onderwerp van haar dissertatie is tegenwoordig een van de grootste uitdagingen in het veld van nutrition: beleid en advies ontwikkelen dat verbetering van zowel de gezondheid van de mensheid en die van de planeet tot doel heeft. “Het is inderdaad een heel ambitieus thema, en ook een hot topic,” zegt Grasso.
Om met de deur in huis te vallen, twee beweringen vallen op in je conclusie. Eén: het huidige voedselsysteem is niet in staat een oplossing te bieden voor gezondheid van de mensheid en de planeet, en twee: de veranderingen die een gezonder voedselpatroon voor mensen opleveren, leiden niet noodzakelijk naar een gezondere planeet.
Grasso: "Het voedselsysteem is heel complex. Het is wel wat meer dan naar de supermarkt gaan en eten kopen. Het omvat alles van het produceren van voedsel, tot handelsverkeer en sociale structuren rondom eten. Nu zien we wereldwijd een transitie gaande in landen met midden- tot lage inkomens, die we ook al gezien hebben in rijkere landen. Namelijk dat de voeding bijdraagt aan een slechtere gezondheid en dat alles wat tussen de ‘boerderij’ en de ‘vork’ gebeurt veel milieuproblemen oplevert. Er is een systeemprobleem in elke hoek van het voedselsysteem. Ik wijs niet met het vingertje naar wie wat fout doet, ik heb gekeken naar de diverse patronen, in subpopulaties. Ook niet naar specifieke voedselgroepen, zoals naar de gevolgen van ultra-processed foods. Mijn onderzoek naar ouderen ging vooral over hun grotere eiwitbehoefte. Ze zouden meer plantaardige eiwitten in hun voeding moeten hebben. Wat volgt uit studies met modellen, maar ook uit RCT’s, gerandomiseerde onderzoeken, is dat als je ouderen adviseert meer eiwitten te eten en dat advies baseert op hun gangbare eetpatroon, de belasting van het milieu alleen maar groter zal worden. Want 60 procent van hun eiwitten is afkomstig van dieren. In de andere studie waarbij ik betrokken was, zagen we wel een verschuiving naar een gezonder mediterraan-achtige voeding, maar geen verandering in de consumptie van vlees. Dus het eten van gezonde voeding zonder een vermindering van producten met een grote voetafdruk verbetert de balans niet."
Wat zijn die twee onderzoeken waar je data vandaan komen?
Grasso: "De MooDFOOD-studie en de PROMISS-studie zijn twee Europa-brede projecten. MooDFOOD onderzoekt de relatie tussen voeding en depressie. PROMISS kijkt naar de rol van voeding in gezond oud worden. Voor die studies zijn consortia opgericht, van universiteiten, gezondheidscentra en bedrijven. Dat resulteerde behalve in de analyse van de problematiek ook in advies voor professionals, over specifieke doelgroepen. Mijn rol was te kijken hoe dat advies ook duurzaam kan zijn."
Ik wijs niet met het vingertje naar wie wat fout doet
Een belangrijk onderwerp dat je noemt is voedselverspilling. Als je mensen niet kunt leren beter te eten, kan je ze misschien wel leren geen eten meer weg te gooien.
Grasso: "Er zijn in meerdere landen in Europa campagnes geweest om voedselverspilling tegen te gaan, maar het effect is lang niet zo groot als gehoopt. Ik heb dat niet specifiek bestudeerd, maar je ziet dat als mensen meer vers voedsel gaan eten, er ook meer weggegooid wordt omdat vers eten bederfelijker is. In meerdere studies is aangetoond dat als er meer groente en fruit gegeten wordt, wat op zich heel goed is, de voedselverspilling ook groter is."
Het is geen verrassing, maar uit je studie komt ook naar voren dat hoe hoger het opleidingsniveau van in het bijzonder oudere mensen, hoe meer aandacht er is voor de duurzaamheidsproblematiek. Dat benadrukt het belang van educatie over voeding en gezondheid.
Grasso: "Ik denk zeker dat daarmee iets te winnen is. Er is het fenomeen van de intention behaviour gap, het gat tussen het voornemen en het gedrag. Je neemt je voor plantaardiger, gezonder en duurzamer te eten, maar je doet het niet. Dit heeft te maken met welke andere doelen, vaardigheden en mogelijkheden mensen hebben. Een voornemen is op zich nog niet genoeg om eetgewoonten te veranderen. Veel onderzoek probeert te verklaren wat de kracht van dat ‘gat’ is en wat er gedaan kan worden om het te verkleinen of te dichten.
Ik denk niet dat het bewustzijn over het milieu in dit geval de sterkste drijfveer is, eerder smaak, prijs en gemak. Het gaat bijvoorbeeld ook om kookkunst. De verbetering van kennis over andere soorten eten, hoe je andere recepten kan klaarmaken, dat is met name heel belangrijk."
Mensen eten om verschillende redenen. Wat duidelijk wordt uit je dissertatie is dat verbetering van het voedselsysteem niet een kwestie is van eenduidige oplossingen.
Grasso: "Het is een heel breed en complex onderwerp. Er kunnen in landen op nationaal niveau structurele maatregelen genomen worden die een werking naar beneden hebben, maar ik denk dat er vooral op doelgroepen gerichte maatregelen nodig zijn. Mensen eten om verschillende redenen. We moeten natuurlijk allemaal eten, maar wat mensen motiveert om hun eetgewoonte te veranderen zal van groep tot groep variëren."
Wat was het meest verrassende resultaat van je onderzoek?
Grasso: "Een van mijn eerste onderzoeken was in het kader van de MooDFOOD-studie. Een mediterraan-achtige voeding, met meer plantaardige producten, bleek goede resultaten te hebben voor mensen met depressieve klachten, daar ging de aandacht naar uit. Maar uit de MooDFOOD RCT bleek dat er meer fossiele brandstoffen gebruikt worden als dat advies opgevolgd wordt. Nu mijn onderzoek is afgerond begrijp ik dat, gelet op de veranderingen in de samenstelling van de voeding, met meer vis en groente. Maar toen was dat een grote verrassing." "Het mediterrane dieet is ook niet meer wat het geweest is. Italiaanse kinderen worden dikker en dikker en eten pizza met friet als topping. Er is geen land dat ontkomt aan een transitie naar een meer westerse voeding, ook niet in het mediterrane gebied. Als er gesproken wordt over mediterrane voeding, dan wordt een traditioneel voedingspatroon bedoeld met veel groente, weinig vlees en zuivel, veel variatie en veel nutriënten. Dat is in modelstudies gezonder en duurzamer. Het is wel belangrijk dat als mensen het advies opvolgen, ze het wel helemaal ter harte nemen, en niet delen ervan. Het beperken van vleesconsumptie in het bijzonder moet ook een focus krijgen als we echt toe willen naar een duurzamere voeding."
Ik ben verliefd op dit onderwerp omdat het zo complex is
Vleesconsumptie zou beperkt moeten worden tot 500 gram per week en dan liever kip en varken dan rund en lam, schrijf je, want die hebben een kleinere CO2 voetafdruk. Ik mis biologische, hoogtechnologische geproduceerde producten, zoals het Kipster-ei, als een belangrijke bijdrage aan een lagere dierlijke voetafdruk.
Grasso: "Ik heb het niet specifiek bestudeerd, maar technologische innovaties in de voedselproductie kunnen een bijdrage leveren aan een lagere belasting van het milieu. Maar door de groeiende bevolking zal de vraag naar voedsel blijven toenemen en als we op dezelfde voet doorgaan met het consumeren van voedsel, dan nog zal de bijdrage van technologische verbeteringen aan een vermindering van de belasting beperkt zijn. Duurzaamheid zelf is natuurlijk op zich al een complex gegeven. In mijn onderzoek kijk ik vooral naar de CO2 uitstoot. Maar dat is slechts één aspect van de broeikasgassen. Het gebruik van fossiele brandstoffen, van landbouwgrond, van zoet water, voedselverspilling: dat maakt er allemaal deel van uit. In mijn beleving betekent duurzaam ‘in harmonie met de natuur’. Niet alleen een verlaging van al deze aspecten, maar ook bijvoorbeeld minder antibioticagebruik in de vleesproductie. Het is ingewikkeld, want de biologische productie is niet per se duurzamer qua CO2 uitstoot en landgebruik, maar kan wel veel voordelen bieden op lokaal niveau, voor de biodiversiteit en voor de gezondheid van de landbouwgrond.
Daarom ben ik verliefd op dit onderwerp: omdat het zo complex is. Ik moest mij in mijn onderzoek beperken, maar ik hoop in de toekomst te kunnen werken met echt complexe modellen, waarin alles betrokken is. Maar ik ga er wel vanuit dat er altijd iets zal zijn dat we over het hoofd zien in die modellen."