Tekst: Huib Stam
Fructose is een van de meest besproken en onderzochte stoffen in de dagelijkse voeding. Het zoete bestanddeel van gewone suiker heeft al heel lang de schijn tegen, maar had altijd de wetenschappers mee. Hoe is het met dat onderzoek gesteld? Het ziet er nu een stuk slechter uit voor fructose dan vijf jaar geleden.
Nieuw onderzoek naar fructose geeft een beter inzicht in wat de zoetstof doet in de stofwisseling. Een recent artikel (1) in Nature Communications beschrijft langs welk metabool pad fructose de lage graad inflammatie in de darmen verhoogt en het immuunsysteem verstoort. In hetzelfde online vakblad verscheen vorig jaar een artikel (2) waarin beschreven wordt hoe de verhoogde leververvetting door fructose in zijn werk gaat. Beide waren tien jaar geleden belangrijke twistpunten.
Ophef
De ophef over fructose is groot, omdat de consumptie van suikerhoudende producten, vooral frisdrank, de afgelopen decennia enorm is toegenomen (maar inmiddels weer wat afneemt). De aandacht voor fructose was onder meer te danken aan de Amerikaanse kinderarts en onderzoeker Robert Lustig, die ook in Nederland kwam uitleggen dat de fructose in frisdranken puur gif is. Maar onderzoek wees ook uit dat een gezond mens 100 gram suiker per dag kan verteren, terwijl daar toch 50 gram fructose in zit. Suiker (sucrose, maar ook de glucose-fructosestroop HFCS) is een verbinding van een molecuul glucose en fructose.
Hoewel de monosachariden glucose en fructose dezelfde chemische formule hebben, C6H12O6, hebben ze vanwege hun verschillende ruimtelijke structuur heel andere metabole eigenschappen. Ze doorlopen voor het grootste deel verschillende paden in de stofwisseling, die tot hun afbraak en gebruik als brandstof leiden. Omdat de mens in de evolutie telkens maar met een beetje fructose uit fruit, groente en honing te maken had (en veel meer met glucose uit alle koolhydraatbronnen), is de fructose in het moderne dieet telkens een enorm zoete overdosis.
Knaagdieren
Er is onwaarschijnlijk veel onderzoek gedaan naar fructose. Zoveel, dat een cynicus zou zeggen: hoe meer je onderzoekt, hoe meer resultaten je krijgt, maar hoe minder er zeker is. Er zijn gerandomiseerde trials gedaan met fructose en glucose, met fructose en sucrose, met fructose en placebo. Gezonde proefpersonen, obese proefpersonen, kinderen en knaagdieren zijn blootgesteld aan normale, extra en buitensporige porties suiker en fructose. Epidemiologische studies haalden de effecten van fructose op de volksgezondheid uit databases van grote cohorten. Cijfers van de voedingsmiddelenbranche gaven inzicht in wie hoeveel fructose tot zich nam, het meeste uit frisdrank.
De problemen met fructose beginnen met het eenvoudige feit dat het menselijk lichaam het niet nodig heeft en het alleen maar overbodige calorieën bevat. Een mens heeft überhaupt geen suiker nodig. Wel glucose, dat een belangrijke brandstof voor de cellen is. Maar uit een dieet zonder één korrel suiker haalt de stofwisseling genoeg glucose, als daar koolhydraten en zetmeel van plantaardige herkomst in zitten. Ook (dierlijke) eiwitten leveren via een omweg glucose.
Overbodig
Fructose is overbodig en wordt daarom voor het grootste deel na de opname uit de darmen via het bloed opgevangen door de lever, die de grote chemische fabriek en tegelijk de zuiveringsinstallatie van het lichaam is. Fructose doorloopt diverse metabole paden. Het wordt omgezet in glucose, lactaat en vetzuren. Slechts een beetje fructose verdwaalt in de bloedbaan. Een deel van het vet komt ook in de bloedcirculatie, een deel wordt in de lever opgeslagen. Darmbacteriën spelen een (slechts deels bekende) rol in het fructosemetabolisme.
Fructose vertraagt de opname van kleine LDL-deeltjes, het slechte cholesterol, in de lever. Het omzetten van fructose in vet, in een proces dat de novo lipogenese heet, leidt tot de opslag van vet in de lever, wat de gevreesde niet-alcoholische leververvetting (NAFLD) kan veroorzaken. Dat is een voorstadium van leverontsteking en mogelijk leverkanker. Vroeger kregen alleen alcoholisten een vette lever, nu ook tieners die veel frisdrank drinken.
Stoornissen
Tien jaar geleden was er vooral discussie of de kwalijke gevolgen van veel fructose een secundair of een primair verschijnsel was. Ontstonden die metabole stoornissen doordat de patiënt dik werd, en was fructose daarbij alleen een calorierijke factor, zoals vet en glucose? En werden alleen dikke mensen overgevoelig voor fructose? Of is fructose direct de oorzaak, en op zichzelf dus toxisch voor iedereen?
Het antwoord daarop wordt onder meer zichtbaar in de ontwikkeling van het werk van de Zwitserse onderzoeker Luc Tappy, naast Lustig en de Canadees John Sievenpiper de grootste van de bekende fructosedeskundigen. In een heel helder vraag-antwoord artikel (3) uit 2012 stelt hij dat niet met zekerheid in het algemeen gezegd kan worden dat fructoseconsumptie bij mensen tot overgewicht leidt, noch tot insulineresistentie, diabetes type 2 en leververvetting.
Maar wie vanwege bestaand overgewicht kans loopt op metabole kwalen, deed er toch goed aan zoet eten en vooral drinken met fructose te laten staan. Nader onderzoek moest uitsluitsel geven. Tappy publiceert als sinds 1984 over suikermetabolisme en herhaalde (met collega’s) veelvuldig dat bewijs ten laste van fructose bij normaal gebruik ontbreekt.
Spreekbuis
Die onduidelijkheid, de onmogelijkheid om met klinisch onderzoek de vinger te leggen op eventuele specifieke aan fructose toe te schrijven nadelige effecten, is dankbaar benut door de suikerverwerkende industrie. Die heeft in Nederland een stevige lobby, mede door het Kenniscentrum Suiker & Voeding.
In de publicaties van die spreekbuis van de industrie konden de gerenommeerde Nederlandse voedingsprofessoren Fred Brouns, Gertjan Schaafsma en Edith Feskens in 2014 kennelijk met een gerust hart in een omvangrijke position paper (4) schrijven: “De consumptie van fructose zou het risico op obesitas, diabetes, hoge bloeddruk en leververvetting verhogen. Negatieve gezondheidseffecten kunnen optreden bij een frequente zeer hoge inname van fructose. Onderzoek laat echter zien dat een beperkte fructose consumptie als onderdeel van een gebalanceerde dagelijkse voeding mogelijk gunstige gevolgen heeft voor de gezondheid.”
Leken
Maar dat was dus in oktober 2014. Eerst Tappy weer, als co-auteur van het artikel (5) ‘Fructose- and sucrose- but not glucose-sweetened beverages promote hepatic de novo lipogenesis: A randomized controlled trial’ (Fructose- en sucrose- maar niet glucose-gesuikerde dranken bevorderen de novo lipogenese in de lever). Het verscheen eerder dit jaar.
Dit is uit de ‘conclusie voor leken’: “Deze studie onderzocht de metabole effecten van dagelijkse consumptie van met suiker gezoete dranken gedurende enkele weken bij gezonde magere mannen. Uit het onderzoek bleek dat dranken die gezoet zijn met de suikers fructose en sucrose (glucose en fructose samen), maar niet met glucose, het vermogen van de lever om lipiden te produceren verhogen. Deze verandering kan de weg vrijmaken voor verdere ongunstige effecten op de metabole gezondheid.” In de wetenschappelijke conclusie staat ook nog: “In matige doses in combinatie met een stabiele calorie-inname.”
Verdubbelt
Bij normaal gebruik door slanke mannen die geen metabole stoornis hebben, is al na korte tijd een verhoogde vetproductie in de lever te zien, een verhoging met een factor twee zelfs, volgens hetzelfde artikel. In 2014 was volgens de Nederlandse professoren normaal gebruik van fructose wellicht zelfs nog goed voor de gezondheid van deze mannen, nu verdubbelt fructose de vervetting van hun lever na een paar weken al. Misschien niet zo verwonderlijk, die wereldwijde toename van niet-alcoholische leververvetting.
Dit artikel verscheen eerder op Foodlog.nl
Referenties
1 https://www.nature.com/articles/s41467-021-21461-4#Sec11
2 https://www.nature.com/articles/s41586-020-2101-7
3 https://bmcbiol.biomedcentral.com/articles/10.1186/1741-7007-10-42
4 https://www.kenniscentrumsuiker.nl/images/downloads/position-paper-fructose-130115-onlineversie.pdf
5 https://www.journal-of-hepatology.eu/article/S0168-82782100161-6/fulltext