Dissertatie Sanne de Laat over aanpak kind naar gezonder gewicht

9 mei 2022 Huib Stam

Met de dissertatie Integrated care for childhood overweight and obesity promoveerde arts Maatschappij + Gezondheid Sanne de Laat in maart aan Tilburg University. Vanaf 2017 onderzocht ze het functioneren van de integrale aanpak Kind naar Gezonder Gewicht in ’s-Hertogenbosch.

Momenteel zijn 35 Nederlandse gemeentes gestart met de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht, met een belangrijke rol voor een centrale zorgverlener die de zorg voor de kinderen coördineert.
In Den Bosch loopt het initiatief om kinderen met overgewicht en obesitas te begeleiden door een jeugdverpleegkundige die werkt als een centrale zorgverlener in een netwerk van professionals.

“Samenwerking is het key word”, zegt Sanne de Laat, die haar promotieonderzoek combineerde met een baan als jeugdarts en een gezin met drie jonge kinderen. Uit haar lijvige dissertatie spreekt een diepe betrokkenheid bij en grote kennis van de problematiek, die steeds nijpender wordt en om grote inspanningen vraagt, zowel organisatorische, educatieve als financiële.

VNU 3-22 Sanne de Laat Sanne de Laat

Twee dingen zijn duidelijk na lezing van je dissertatie: wat een complexe, moeizame weg het is om kinderen met overgewicht goed te helpen en dat de Nederlandse zorg er nog niet helemaal goed op ingesteld is.
Sanne de Laat: “Overgewicht is een complex probleem dat vraagt om een langdurige aanpak. Het is moeilijk om dat nu te bieden. In zowel de groep kinderen met de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht als de controlegroep zie ik dat de kinderen met overgewicht er in een jaar tijd op vooruit gingen met hun kwaliteit van leven. Ik denk dat het een compliment is voor de jeugdgezondheidszorg, dat er ondanks de beperkte middelen toch een netwerkende en steunende rol voor de professionals is waardoor kinderen erop vooruit gaan. Ik denk wel dat we er nog niet helemaal zijn zoals het nu gaat.”

De verhouding tussen de benodigde inspanningen en wat het oplevert is nogal groot.
"Er zijn echt maatregelen en interventies nodig op alle niveaus om het tij te keren. De afgelopen twee jaar heeft de coronapandemie geen goed gedaan. Er is weinig aandacht geweest voor kinderen met overgewicht. Ze konden minder bewegen, zaten veel thuis. Het bewegen op school viel weg. We zien dat juist de kinderen met overgewicht en obesitas in die periode nog eens extra zijn aangekomen. Het is niet alleen het overgewicht, de aanleg daarvoor, wat in veel gezinnen speelt. Vaak zijn er ook andere problemen, met armoede, werk, relaties, opvoeding. In de ene wijk in ‘s-Hertogenbosch zie je dan ook duidelijk meer overgewicht dan in een andere wijk in dezelfde stad.”

Het is gebleken, ook uit jouw studie, dat enkele, losstaande interventies niet voldoende zijn, vandaar het pleidooi voor een integrale aanpak. Wat houdt dat in?
“De aanpak van Kind naar een Gezonder Gewicht is gericht op het begeleiden van het gezin, maar alleen daarmee ga je het niet redden. Er zijn ook maatregelen nodig op school. De wijk moet uitnodigen om te spelen en moet veilig zijn. De gemeenten hebben een duidelijke rol daarin, die kennen de scholen en de wijken. Maar ook de landelijke overheid. Hoe maken we gezonde keuzes gemakkelijker? Met een suikertaks misschien, maar in ieder geval met het goedkoper maken van groente en fruit.
De aanpak van overgewicht gaat over alle domeinen heen. Niet alleen de gezondheidszorg is aan zet, ook de professionals die werkzaam zijn in het sociale domein. Die in de gezinnen komen, als maatschappelijk werker of opvoedondersteuner. Samenwerking is het key word. We hebben elkaar nodig om dit aan te pakken, alleen kan je het niet. In een goede samenwerking kan je zaken aan elkaar overlaten. We hebben een diëtiste geïnterviewd, die zei dat ze het niet kan zonder sociale begeleiding. Als zij dat stuk kan overlaten aan een andere professional, kan zij zich richten op de voedingsadviezen.”

De centrale persoon in de opzet van Kind naar Gezonder Gewicht is de jeugdverpleegkundige. Als je het echt goed wil aanpakken moet je kennelijk iemand hebben die de centrale regie heeft.
“De jeugdverpleegkundige is de spin in het web en heeft contact met de gezinnen en alle professionals. En heeft ook over een langere periode een relatie met de gezinnen. Voorwaarde is dat de professionals allemaal dezelfde visie hebben, dat ze verder kijken dan de kilo’s alleen. De ouders kennen die jeugdverpleegkundige vaak al, uit de buurt, of van het consultatiebureau. Daarom is het logisch die de centrale rol te geven. Elkaar kennen is belangrijk, je moet een band opbouwen.”

Kinderen moeten op school uitgenodigd worden om te bewegen

Bij overgewicht is het cruciaal het probleem zo vroeg mogelijk te signaleren en in te grijpen.
“Het is nu in de praktijk meestal zo dat het probleem gesignaleerd wordt als het kind bij de jeugdgezondheidszorg komt. Dan volgen we eventjes en dan duurt het weer een tijdje voordat we het kind weer zien. Dat herhaalt zich een paar keer en dan zie je dat het gewicht op en neer gaat. Je zou het kind langer willen volgen, maar dat zit nu niet standaard in het budget dat we krijgen van de gemeente, want die financiert de jeugdgezondheidszorg. Kinderen met overgewicht die niet lekker in hun vel zitten, hebben vaak zorg van meerdere professionals nodig. Dat moet gecoördineerd worden. De gemeenten moeten daar geld voor vrijmaken. Er wordt wel aan gewerkt dat de extra zorg door een centrale zorgverlener voor kinderen met obesitas vergoed gaat worden uit de basiszorgverzekering, als de kinderen ook gaan deelnemen aan een gecombineerde leefstijlinterventie. Hopelijk gebeurt dat met ingang van 2024.”

Kinderen ontwikkelen zich vaak heel verschillend, met een eigen timing. Dat zie je vooral in de puberteit. Vraagt dat ook om een per kind verschillende benadering?
“Ja, het is echt maatwerk. Daarom doet de jeugdverpleegkundige bij een huisbezoek ook wat heet een ‘brede anamnese’, aan de hand van een leidraad voor psychosociale en leefstijlfactoren. Er wordt met ouders en kinderen gesproken over wat er allemaal speelt. Waarom heeft nu juist dit kind overgewicht ontwikkeld? Niet iedere ouder ziet dat het een probleem is, of is gemotiveerd om er iets aan te doen. Soms spelen er andere dingen waarmee aan de slag gegaan kan worden. Als een kind bijvoorbeeld gepest wordt op school omdat het niet kan meekomen met gym.”

Dat is voor een groot deel natuurlijk ook een kwestie van educatie. Hoe zou een gezonde school er volgens jou moeten uitzien?
Het begint met een gezond schoolgebouw. De school van mijn kinderen gaat een nieuw gebouw neerzetten, daar ben ik graag bij betrokken. Hoe zorg je ervoor dat de omgeving voor opgroeiende kinderen optimaal is? Kinderen moeten uitgenodigd worden om te bewegen. De schoolomgeving gezond maken is één, dat normaal gaan vinden is iets anders. Het moet belangrijk gevonden worden dat kinderen met een gezonde leefstijl opgroeien. Ouders weten vaak wel wat gezonde voeding is.. Maar de verleidingen voor ongezond gedrag zijn groot in onze maatschappij.”

Er moet zo veel op school, er zijn allemaal belangrijke dingen die prioriteit hebben. Uit onderzoek blijkt dat lessen over gezondheid en voeding, als men er al aan toekomt, maar weinig effect hebben, dat ook niet lang blijft hangen.
“Er zijn in het land diverse initiatieven op scholen om aandacht te besteden aan gezonde voeding. Ideaal gezien heeft een school een moestuin, zodat kinderen zien hoe eten ontstaat, en hoe ze het kunnen klaarmaken. Schoolfruit is ook een mooi project. Kinderen zien dan van elkaar dat ze fruit eten, en hoe lekker dat is. Als je dat van huis uit niet hebt meegekregen, dan helpt dat. Standaard water drinken, geen pakjes meer mee naar school. Als het voor iedereen geldt, went het snel. In Limburg loopt een groot project met gezonde schoollunches. Er zijn lokale initiatieven om kinderen een goed ontbijt te geven, want vaak komen kinderen zonder te hebben ontbeten naar school. Er worden themaweken georganiseerd over gezondheid. Scholen willen geen ongezonde traktaties meer. Als een kind op de school van mijn kinderen snoep in het lunchtrommeltje heeft, dan gaat dat weer mee naar huis. Daar handhaven ze heel streng op.”

Altijd op de hoogte blijven?