Foto: Marinka van Helvoort
Baby’s worden geboren als intuïtieve eters, maar al snel daarna nemen regels, verwachtingen en waardeoordelen rondom voeding het over in een gezin. Stress en strijd aan tafel zijn soms het gevolg. Intuïtief eten kan helpen.
Het is etenstijd bij Anoesjka thuis. Zij, haar man Stefan en hun zoontje Ole (bijna 4) gaan aan tafel. Op Oles bord liggen een paar hapjes pasta, mozzarella, pijnboompitjes en broccolistronkjes; dezelfde producten als die avond op tafel staan. De broccoli eet hij tevreden op, meer graag! Een handvol pijnboompitjes en mozzarella volgen. De pasta laat Ole liggen. Geen zin in vandaag, blijkbaar. Maar wat heeft mama op haar bord gelegd? Ole proeft een stukje rauwe ui. Oei, pittig! “Waarom voelt dat zo warm in mijn mond?” Meerdere vragen volgen en van eten is weinig sprake meer. Anoesjka vraagt of Ole uitgegeten is. Hij voelt aan zijn buik en knikt bevestigend. “Mag ik dan nu weer gaan spelen?”
Fysiek en mentaal
“We voeden Ole op met zoveel mogelijk autonomie, inclusief een intuïtief eetpatroon”, vertelt Anoesjka Minnaard, 32 jaar, freelance fotograaf en voorzitter van het bestuur van stichting Dikke Vinger (zie kader). Zij en haar man Stefan bepalen bij een maaltijd wat er op tafel komt en daarna kiest Ole of hij eet, wat hij eet en hoeveel. “Als je intuïtief eet, voed je jezelf op basis van behoefte, door te voelen wat je nodig hebt en waar je zin in hebt. Zonder restricties, zonder regels, zonder oordeel.” En met fouten, benadrukt Minnaard. “Perfectie is niet het doel van intuïtief eten, want dat hou je nooit vol; het draait juist om compassie voor jezelf en je lijf.”
Dikke vinger
Stichting Dikke Vinger zet zich in voor een samenleving waarin dikke mensen gelijkwaardig kunnen leven, vrij van stigma en discriminatie. Haar kernprincipes zijn: verbinding van dikke mensen onderling, een scherpe en genuanceerde houding, onafhankelijkheid, toegankelijkheid en inclusiviteit. Dikke Vinger organiseert regelmatig bijeenkomsten, campagnes en evenementen en geeft trainingen en lezingen. Meer info: dikkevinger.org en @dikkevingerorg op Instagram.
De methode voor intuïtief eten werd in de jaren ‘90 ontwikkeld door de Britse diëtisten Evelyn Tribole en Elyse Resch. Het onderzoek ernaar staat nog in de kinderschoenen, met tot nu toe voornamelijk volwassenen als studiegroep. “We zien dat mensen die intuïtief eten gemiddeld een gezonder eetpatroon hebben dan niet intuïtieve eters”, zegt dr. Femke Buwalda, psycholoog en diëtist. “Uit een meta-analyse uit 2021 volgde dat het lichaamsbeeld en zelfvertrouwen ook beter zijn. En van eetbuien, angsten en een negatieve stemming hebben intuïtieve eters juist gemiddeld minder last.” In haar praktijk combineert Buwalda diëtetiek met psychologische methoden zoals acceptance and commitment theory en cognitieve gedragstherapie. “Ik focus op accepteren wie je bent en hoe je eruit ziet. En op de strijd rondom voeding loslaten.”
Anoesjka Minnaard. Foto: Mariët Mons.
Vertrouwen op je lijf
Kinderen zijn geboren intuïtieve eters. Baby’s geven zelf aan wanneer ze honger hebben of genoeg hebben gehad. “Maar daarna, als kinderen starten met vaste voeding, luisteren veel ouders steeds minder naar de behoeftes van het kind”, zegt Buwalda. “De focus verschuift naar voorschriften en adviezen. Dat is geen onwil, we hebben het simpelweg zo geleerd. We zijn eraan gewend dat iemand anders bepaalt wanneer we eten, wat we eten en hoeveel. Bovendien wordt je eigen gedachtegoed sterk beïnvloed door je opvoeding, omgeving en maatschappelijke druk.”
Door regels te stellen rondom eten, leren we af om te luisteren naar ons lichaam, naar onze eigen behoeftes en wensen. “We vertrouwen onszelf en ons lijf daardoor niet meer”, zegt Minnaard. “We denken dat we voorschriften nodig hebben, omdat we anders enkel nog junkfood en donuts willen eten. De praktijk laat zien dat dat helemaal niet zo is. Laat je de regels en waardeoordelen rondom voeding los, dan kun je weer leren vertrouwen op je lijf en intuïtiever gaan eten. Je beseft dan: ik kan voelen wat ik nodig heb en waar ik zin heb, en niemand anders weet dat beter dan ikzelf.”
Ze vervolgt: “Ik denk niet dat stress over voeding je ooit gezonder kan maken, zowel fysiek als mentaal. Ik ben altijd dik geweest, ook toen ik allerlei eetregels streng probeerde na te leven. Nu ik geen stress meer ervaar rondom voeding en mijn lijf, ben ik gezonder en gelukkiger dan ooit.”
Angst voor suiker
“Mensen zijn vaak bang dat hun kind enkel zoetigheid kiest als er volop keuze is. Maar dat is niet wat je van ouders hoort die hun kind opvoeden met intuïtief eten”, zegt Buwalda. Afgelopen Sinterklaas werd bij Minnaard gevierd met een tafel vol snoep en koek. “Na drie pepernoten had Ole genoeg gehad. Een familielid vond dat knap en gaf hem een compliment. Maar daarmee hang je dan dus een waardeoordeel aan keuzes rondom voeding, terwijl Ole het simpelweg laat staan omdat hij niet meer hoeft. Hij ervaart snoepgoed niet als schaarste, maar als voeding dat net zo neutraal is als al het andere eten.”
Kijk- en luistertips
• Boek: Bite me van Femke Buwalda
• Boek: Intuïtief Eten van Evelyn Tribole en Elyse Resch
• Podcast: Dikke Vinger, seizoen 2 aflevering 3, met als gast Femke Buwalda
• Wetenschappelijk artikel: Intuitive eating and its psychological correlates: A meta-analysis, J. Linardon, T. L. Tylka, M. Fuller-Tyszkiewicz, gepubliceerd in International Journal of Eating Disorders, maart 2021
Pak je het op zo’n manier aan, dan merk je dat kinderen vaak openstaan voor het proeven van nieuwe dingen, vult Buwalda aan. “Kinderen zien groente niet meer als vies of eng, iets dat moet of zelfs een straf. Tegelijkertijd zien ze snoepgoed niet als een zeldzaamheid of beloning.” Je kunt een kind ondertussen prima leren over voedingswaarden, vitaminen en dergelijke, benadrukt de wetenschapper. “Eten doe je ook met je hoofd, maar zonder waardeoordelen ziet dat er heel anders uit.”
Relaxed aan tafel
Door als gezin intuïtief te eten, ontstaat er rust aan tafel, merkt Minnaard. “Stefan en ik kunnen relaxed onze maaltijd eten terwijl Ole zijn gang gaat. Als hij meer wil horen we het wel en als hij eten laat liggen is het ook goed.” Het is een heel ander beeld dan Minnaard van ouders in haar omgeving hoort. “Ik snap de angst en stress maar al te goed. Je wil dat je kind goed eet en groeit. Ole wil ook wel eens niet eten, dan ben ik soms bang dat hij hongerig naar bed gaat. Maar meestal blijkt dan dat hij ziek is, op de opvang groot had geluncht of gewoon even niet zo hard groeit.”
Femke Buwalda. Foto: Marinka van Helvoort.
Groentegevecht
Met name groentes vormen bij veel gezinnen een bron van strijd aan tafel. Dat komt doordat volwassenen het idee dat kinderen geen groente willen eten zelf in stand houden, betoogt Minnaard. “Het is een selffulfilling prophecy. Ole kreeg laatst een boekje waarin een kind met zijn spruitjes ging gooien, omdat hij ze vies vond. Omdat wij die verhalen blijven vertellen, blijven kinderen druk rondom groente ervaren. We framen groente als gezond maar vies en tegelijkertijd zeggen we dat snoep slecht maar lekker is. Ouders hebben dat als kind zelf zo geleerd en geven het door aan de volgende generatie. Zo doorbreek je het gezeik rondom groente nooit.”
Soms willen kinderen een tijd lang maar een productsoort eten, bijvoorbeeld witte pasta. Buwalda: “Vraag je dan eerst eens af: hoe erg is dat? Zo’n fase gaat vanzelf weer voorbij. En hoe meer druk je op het kind legt, hoe langer de pastaperiode waarschijnlijk duurt.” Minnaard geeft de tip om altijd opties te blijven aanbieden, ook als het kind zegt het niet te lusten. “Maar altijd zonder druk om het te proeven. Dat initiatief ligt bij het kind.”